Over employability, een leven lang leren en duurzame inzetbaarheid
(deel 1)
Hoe kun je een sterke positie behouden in een dynamische arbeidsmarkt? Een vraag voor organisaties en individuen, maar ook voor opleiders. Want hoe leid je professionals op voor de baan van morgen? Hoe zorg je ervoor dat zei robotisering te baas blijven? Deel 1 van de serie over employability, een leven lang leren en duurzame inzetbaarheid, naar aanleiding van het event ‘Opleiden in een nieuw jasje’.
Springest organiseerde op 5 april samen met XS2talent een kennissessie over trends en ontwikkelingen op het gebied van leren in organisaties: ‘Opleiden in een nieuw jasje.’ De wereld waarin we leven en werken verandert steeds sneller. En dat heeft implicaties voor de manier waarop we HRD en leren aanpakken. Aan het woord waren Piet Fortuin, voorzitter van CNV Vakmensen, Robert Boulogne, Manager P&O Beleid bij Achmea, Bruno Fabre, een van de initiatiefnemers van XS2talent, en Berber Noordzij, key accountmanager bij Springest. In dit deel het perspectief op werk en opleiding vanuit CNV Vakmensen.
Robotisering en toekomstvoorspellingen
Werk en de manier waarop werk georganiseerd wordt, verandert steeds sneller. Tijdens het evenement benadrukten alle sprekers dat werk door robotisering en automatisering dusdanig snel verandert, dat mensen momenteel opgeleid worden voor banen die nu nog niet bestaan. Zo ook Piet Fortuin van CNV Vakmensen. Hoe kunnen wij nu al weten welke kennis en vaardigheden mensen in de toekomst nodig hebben?
Voorspellen hoe de arbeidsmarkt er uitziet in 2020 is al bijna onmogelijk, laat staan over tien of twintig jaar, meende Fortuin. Aanpassingsvermogen en flexibiliteit worden de belangrijkste pijlers. Alleen continu bij- en omscholen kan ervoor zorgen dat men op de werkvloer van de toekomst over benodigde vaardigheden beschikt.
Een nieuwe kijk op het instituut werk
Fortuin schetste tijdens het evenement een helder beeld van de ontwikkelingen, die vragen om een nieuwe kijk op werk en arbeidsrelaties. Doordat functies sneller veranderen of zelfs verdwijnen door technologische ontwikkelingen, wordt een langetermijnvisie op arbeidsrelaties vervangen door een nieuwe, flexibeler kijk op arbeid. Met enerzijds snellere ontwikkelingen en anderzijds toenemende vergrijzing, is er daarnaast ook meer en meer aandacht voor duurzame inzetbaarheid.
“Mensen moeten gezond de eindstreep halen. Straks waarschijnlijk tot hun 75e. Maar als mensen eenmaal aan het werk zijn, doet de overheid niks meer om mensen in ontwikkeling te houden”, aldus Fortuin. CNV Vakmensen stapt in op dat gat. Mensen moeten zelf ‘in de cockpit komen van hun carrière’ volgens Fortuin en daar gaat CNV bij ondersteunen. Met James van de vakbond bijvoorbeeld en door mensen bewust te maken van hun eigen verantwoordelijkheid voor een leven lang leren, want ontwikkeling begint met awareness; het besef dat leren noodzakelijk is voor reële kansen op de arbeidsmarkt.
Door robotisering & automatisering is leren niet langer optioneel
Om mensen langdurig geschikt te houden voor werk, is continu leren niet langer optioneel. Waar organisaties en CAO’s zich voorheen vooral toelegden op het beschermen van werknemers door middel van vaste aanstellingen of andere vormen van zekerheid, wordt nu meer naar empowerment gestreefd, vertelde Fortuin. Er wordt meer met tijdelijke contracten gewerkt en werknemers dienen vooral zelfredzaam te worden. Organisaties kunnen werknemers hierbij natuurlijk wel voorzien van middelen om hen op weg te helpen, bijvoorbeeld met een breed en toegankelijk opleidingsaanbod of belastingvrij besteedbaar opleidingsbudget via XS2talent.
Ook de CAO’s worden gemoderniseerd, aldus Fortuin: “In meer dan de helft van de huidige CAO’s is momenteel al invulling gegeven aan het begrip duurzame inzetbaarheid. Ook employability en een leven lang leren komen aan bod in de nieuwe generatie collectieve arbeidsovereenkomsten. En scholing is een belangrijk thema geworden. Wij zijn daarbij voorstander van vrij besteedbaar opleidingsbudget.”
Scholing van belang voor de hele BV Nederland
De tegenwerping die vaak gehoord wordt over vrij te besteden opleidingsbudget, is dat deze investering mogelijk niet ten goede zal komen van de organisatie. Want wat als iemand iets leert van zijn eigen gading en vervolgens vertrekt? Of wat als iemand iets leert dat niet relevant is voor zijn of haar functie? Dit kan voorkomen. Maar, vroeg Fortuin retorisch, zetten organisaties zich enkel in voor scholing vanuit eigen belang of ook vanuit een breder belang?
Is scholing iets dat goed geregeld moet worden voor een individu, een organisatie, een sector of voor de hele BV Nederland?
Sectormuren doorbreken
Waar opleidingen en trainingen nu nog vaak sectorgericht ontwikkeld worden, hoopt Fortuin dat ook dit zal veranderen. Nu zijn er nog opleiders die hun trainingsaanbod ommuren. Maar wie weet precies welke kennis en vaardigheden mensen in de toekomst nodig hebben per sector? De medewerkers van het ziekenhuis van de toekomst zijn bijvoorbeeld vooral technici, gaf Fortuin als voorbeeld. Ook het opleidingslandschap zal dus moeten veranderen om werknemers adequaat op te kunnen leiden, bij te scholen en om te scholen.
De snelle veranderingen zullen gevolgen hebben voor de manier waarop we leren, maar vooral ook voor de frequentie waarmee we leren. Want om een geschikte participant te blijven op de arbeidsmarkt, zullen we vooral adaptief moeten zijn. Ook bij Achmea wordt ontwikkeling volgens Boulogne niet langer als vrijblijvend beschouwd, maar als integraal onderdeel van het werken en functioneren. In het volgende deel meer over de verschuiving van ‘verzorgend’ naar ‘toerustend’ HR.